15 ALLEDAAGSE GEVOELENS DIE EIGENLIJK SYMPTOMEN ZIJN EN IETS ZEGGEN OVER JE GEZONDHEID

Heb jij vaak trek in zoet? Of word je elke ochtend moe wakker? Het zijn dingen die je misschien allang ‘normaal’ vindt, maar die eigenlijk iets zeggen over je gezondheid! Als je weet waar dit écht vandaan komt, kun je het niet alleen oplossen, maar zul je je ook veel energieker en gezonder gaan voelen.

symptomen gezondheid

Je herkent het misschien wel… je wordt wakker, maar hebt eigenlijk weinig energie, ondanks dat je goed geslapen hebt. Vervolgens sta je op en merk je dat er een zwaar hoofd begint te krijgen omdat je nog geen koffie hebt gedronken. Gedurende de dag heb je de hele tijd trek in zoet (en daar geef je dan ook regelmatig aan toe), en na de hele dag gewerkt te hebben voel je hoofdpijn opkomen. Waarschijnlijk ben je in de loop der jaren aan dit soort gevoelens gewend geraakt, zonder jezelf te realiseren dat jouw lichaam je eigenlijk iets probeert te vertellen. Al die gevoelens zeggen namelijk iets over je gezondheid.

We hebben de meest voorkomende alledaagse gevoelens die iets zeggen over je gezondheid voor je op een rij gezet. Wat zijn de oorzaken van die gevoelens en wat kun je eraan doen? Zodat je nog meer energie krijgt en meer van jouw optimale gezondheid gaat leven.

1. Meer zin in eten als je moe bent

Mensen die moe zijn hebben een gebrek aan energie. Op dat moment lijkt het heel verleidelijk om even een energiereep uit de automaat te halen om jezelf weer op te peppen, toch heeft dit een averechts effect. De belangrijkste oorzaak van zin in eten als je moe bent is namelijk een ongezond voedingspatroon met te veel suikers, koolhydraten en ongezonde vetten.

Je lichaam heeft elke dag een grote variatie aan eiwitten, vetten, complexe koolhydraten, vitamines en mineralen nodig om energie uit te halen, maar als je lichaam die niet voldoende binnenkrijgt, kan het niet optimaal functioneren. Je kunt het vergelijken met een auto, als je daar niet de juiste brandstof in stopt, houdt hij vroeg of laat op met rijden. Wat je eet bepaalt dus in grote mate hoeveel energie je hebt om de dag door te komen. Een ongezond voedingspatroon geeft je lichaam niet alleen minder energie, het kost je lichaam ook meer energie. Hierdoor word je futloos en moe. Ga je vervolgens weer eten omdat je denkt dat je daardoor weer energie krijgt, dan houd je de vicieuze cirkel alleen maar in stand en blijf je moe en wil je steeds eten.

Er zijn een aantal voedingsstoffen die voor een flinke energiedip kunnen zorgen, ook al lijkt het in eerste instantie dat ze juist heel veel energie geven!

  • Suiker: als je suikers eet maakt je lichaam het hormoon insuline aan om de energie uit die suikers via het bloed naar de cellen te brengen. Met een gebalanceerde bloedsuikerspiegel ben je helder van geest en wordt lichamelijke inspanning makkelijker. Maar als je suikerrijke voeding eet schiet je bloedsuikerspiegel omhoog en moet je lichaam heel veel insuline produceren om de suikers naar de cellen te brengen. Daarna kan je bloedsuikerspiegel zo sterk dalen dat ie nog lager wordt dan voor de maaltijd. Het gevolg: je energieniveau daalt je krijg behoefte om te snacken. Als je veel suikerrijke voeding eet moet je lichaam bovendien continu veel insuline aanmaken, en dit kan leiden tot een verminderde insulinegevoeligheid. Je lichaam heeft in dat geval steeds meer insuline nodig om de suikers naar de cellen te brengen, waardoor je steeds meer behoefte krijgt aan suikers, steeds meer gaat eten en daardoor steeds meer last krijgt van een energiedip na het eten. Een te hoge insulineproductie kan ook leiden tot een te hoge bloeddruk, vroegtijdige veroudering, overgewicht en diabetes type 2 (o.a. Pyörälä et al, 2000[1]).

  • Snelle koolhydraten: zitten bijvoorbeeld in ontbijtgranen, brood en pasta, en zorgen net zoals suikers voor een energiedip. Dit komt omdat al deze koolhydraten in het lichaam worden omgezet in suiker, en uiteindelijk hebben ze dus hetzelfde effect op de insulineproductie als suikerrijke voeding (o.a. McKeown et al., 2004[2]).

  • Transvetten: gefrituurde producten en veel sterk bewerkte voedingsmiddelen bevatten transvetten. Dit zijn gehydrogeneerde onverzadigde vetzuren die onder andere zeer schadelijk zijn voor hart- en bloedvaten. Maar dat is niet het enige, het kost je lichaam veel meer tijd om deze te verteren, wat onnodig veel energie kost en jezelf een afgemat gevoel geeft (o.a. Ascherio et al., 1999[3])

Heb je vaak zin in eten als je moe bent, begin dan met het zoveel mogelijk elimineren van suikers, snelle koolhydraten en transvetten uit je voedingspatroon. Zodra je de vicieuze cirkel van moe zijn en eten doorbreekt zul je merken dat je meer energie krijgt, waardoor je trek in eten om een energiedip te compenseren ook zal afnemen.

2. Hoofdpijn krijgen als je geen koffie drinkt

Veel stevige koffiedrinkers krijgen hoofdpijn als ze geen koffie drinken. Meestal ontstaat deze hoofdpijn achter de ogen en gaat daarna naar het voorhoofd. Bij sommige mensen kan het niet drinken van koffie zelfs een migraine uitlokken. Vaak gaat de hoofdpijn ook nog gepaard met andere klachten, zoals prikkelbaarheid, sloomheid, concentratieproblemen en duizeligheid.

Dit zijn… ontwenningsverschijnselen. Koffie bevat namelijk cafeïne, een stof waarvan bekend is dat het een verslavende werking heeft omdat dit de adenosinereceptoren blokkeert. Adenosine speelt een belangrijke rol in verschillende biochemische processen, zoals de energietransfer en signaaltransductie in het lichaam, en vertelt de receptoren in de hersenen wanneer het tijd is om te gaan rusten of slapen. Als deze receptoren geblokkeerd worden door cafeïne, wordt de werking van dopamine versterkt (een neurotransmitter waardoor je je gemotiveerd en blij voelt). Daarnaast zorgt de adenosine die nu nergens meer heen kan ervoor, dat er meer adrenaline wordt geproduceerd, wat een gevoel van alertheid versterkt. Mensen die veel koffie drinken ontwikkelen meer adenosinereceptoren, om een nieuwe balans te creëren met de cafeïne. Hierdoor krijgen ze een hogere tolerantie voor cafeïne waardoor ze vaak nog meer behoefte aan koffie krijgen. Als een stevige koffiedrinker vervolgens opeens geen koffie meer drinkt worden zijn of haar hersenen overspoeld met adenosine en zakt het dopamineniveau aanzienlijk, waardoor de hersenchemie uit balans raakt en je hoofdpijn krijgt. (Juliano et al, 2004[4])

Ben jij een stevige koffiedrinker, dan doe je er goed aan om je koffieconsumptie geleidelijk aan te verminderen tot 1 of 2 kopjes per dag.

3. Nog moe zijn terwijl je lang genoeg hebt geslapen

Moe wakker worden is meestal het gevolg van een te lage cortisolproductie in de ochtend. De oorzaak daarvan is vaak bijnieruitputting, een aandoening die ontstaat als gevolg van chronische stress. Bij chronische stress produceert het lichaam langdurig te veel cortisol, waardoor de bijnieren uitgeput raken en te weinig of helemaal geen cortisol meer kunnen produceren. Door de te lage cortisolproductie die ontstaat ben je doorlopend vermoeid en futloos, word je humeurig, krijg je last van angsten en raak je gestrest van situaties die je normaal gesproken zou negeren.

Ook ‘s ochtends moe wakker worden en ‘s avonds niet in slaap kunnen komen zijn typische symptomen van bijnieruitputting. Als je bijnieren uitgeput zijn komt de cortisolproductie ‘s ochtends te langzaam op gang, waardoor je geen energie hebt om aan de dag te beginnen. Tegen de tijd dat je naar bed wilt gaan is de cortisolafgifte van de bijnieren eindelijk op zijn hoogst, wat betekent dat je zo wakker bent dat je geen oog dicht doet als je naar bed gaat. Bij bijnieruitputting wordt de cortisolproductie dus omgekeerd, wat betekent dat je ‘s ochtends te moe bent om ook maar iets te doen en ‘s avonds klaarwakker in bed ligt. Het slaaptekort wat zo ontstaat, zorgt ervoor dat je ‘s ochtends nog vermoeider wakker wordt. Zo kom je in een vicieuze cirkel terecht die vaak moeilijk te doorbreken is (Wilson, 2001[5]).

4. Niet meer kunnen concentreren en gevoel ‘dat je echt even iets moet eten’

Veel mensen eten doorlopend veel suikers, en omdat hun lichaam continu bezig is die suikers te verbranden verliest het na verloop van tijd de kennis over hoe het vetten moet verbranden. Vervolgens gaat het lichaam steeds meer om suiker vragen. Typische ‘suikerverbranders’ hebben moeite met het verliezen van overtollig vet en moeten dus veel moeite doen om ook maar een kilootje af te vallen. Maar dat is niet het enige nadeel, suikerverbranders moeten ook doorlopend suiker eten om de grote pieken in de bloedsuikerspiegel op te vangen. Want zoals je al bij punt 1 hebt kunnen lezen stijgt je bloedsuikerspiegel na het eten van suiker flink, en gaat daarna eveneens sterk dalen. Als je bloedsuikerspiegel heel laag is, word je suf of zelfs duizelig en kun je je minder goed concentreren. Je lichaam heeft op dat moment een sterke behoefte aan suiker om de bloedsuikerspiegel weer omhoog te krijgen. Hierdoor krijg jij zin in iets zoets.

De enige manier om van een ‘suikerverbrander’ in een ‘vetverbrander’ te veranderen, is door suiker- en koolhydraatrijke voeding zoveel mogelijk te vermijden. Daarnaast kan vasten met tussenpozen (intermittent fasting) helpen je vetverbranding weer op gang te krijgen.

5. ‘Ik ben echt een broodeter’ -> veel zin hebben in brood

Brood is verslavend. Dit komt omdat er glutenine in zit, een eiwitcomponent dat zich bindt zich aan de leptinereceptoren, de receptoren van het hormoon dat onze verzadiging regelt. Hierdoor zijn we minder snel verzadigd en blijven we eten. Mensen die besluiten om te stoppen met het eten van brood zullen merken dat ze in eerste instantie te maken krijgen met vermoeidheid, prikkelbaarheid, somberheid en soms zelfs depressiviteit. Zodra ze door deze ‘ontwenningsverschijnselen’ heen ontstaat er vaak juist een beter humeur, minder stemmingswisselingen, een beter concentratievermogen en een diepere slaap. De verslavende werking van glutenine is de reden dat we onszelf vaak echte ‘broodeters’ noemen en doorlopend zin hebben in brood (Gupta et al., 1994[6]).

Wil je jouw broodverslaving de baas worden, dan kun je het beste weinig of geen brood meer te eten en in plaats daarvan glutenvrije alternatieven te kiezen, zoals rijstcrackers, boekweitpannenkoeken, brood op basis van glutenvrije granen en/of zaden en noten (zoals boekweitmeel, amandelmeel, zonnebloempitten), quinoa, amarant, granenvrije ontbijtgranen, havermoutpap, chiazaad en hennepzaad.

6. Voor vrouwen: Pijnlijke borsten of hoofdpijn (migraine) vlak voor de menstruatie

Als je tijdens de week vlak voor de menstruatie vaak pijnlijke borsten en hoofdpijn hebt, dan heb je waarschijnlijk last van Premenstrueel Syndroom (PMS). Het is nog nooit wetenschappelijk bewezen wat de oorzaak van PMS is, maar het is vastgesteld is dat vrouwen met PMS-klachten gevoeliger zijn voor fluctuaties in de hormoonspiegel met als gevolg dat bepaalde neurotransmitters in de hersenen minder goed werken. Oorzaken van deze schommelingen in de hormoonspiegel zijn onder meer een te laag progesterongehalte, een te hoge oestrogeenspiegel (oestrogeendominantie), een tekort aan vitamine B6 en te weinig serotonine in de hersenen. Ook is gebleken dat bij vrouwen met PMS het autonome zenuwstelsel, dat onder meer de bloeddruk en de darmactiviteit reguleert, niet goed werkt in de week voor de menstruatie. Hoe erger vrouwen last hebben van PMS, hoe minder actief het zenuwstelsel blijkt te zijn (o.a. Yonkers et al., 2008[7]).

Volgens de Amerikaanse arts Dr. Michael Lam heeft meer dan 50% van alle Westerse vrouwen van 35 jaar en ouder in last van een te hoge oestrogeenspiegel. Deze oestrogeendominantie wordt onder meer veroorzaakt door een ongezond voedingspatroon met vaak teveel fyto-oestrogenen (natuurlijke of plantoestrogenen die onze eigen oestrogeen imiteren en vooral voorkomen in soja, peulvruchten, volkorengranen, noten, cafeïne, kiemen en kikkererwten) en xeno-oestrogenen (chemische stoffen in onder andere cosmetica, plastic producten die BPA bevatten, schoonmaakmiddelen, pesticiden en medicijnen die natuurlijke oestrogenen imiteren), een tekort aan bepaalde vitamines en mineralen (zoals vitamine B6, B12, C en E, magnesium en selenium) en een overproductie van oestrogenen in het lichaam, bijvoorbeeld als gevolg van overgewicht (Lam, 2012[8])

Oestrogeendominantie kan voorkomen worden door over te stappen op een gezond en gevarieerd voedingspatroon, meer te bewegen en stress zoveel mogelijk te voorkomen. Daarnaast zijn er bepaalde groenten die een gezonde hormoonbalans bevorderen, zoals broccoli, bloemkool en andere koolsoorten. Deze bevatten Diindolylmethaan, ook DIM genoemd, een stof die de hormoonbalans en het gedrag van de cellen in het lichaam reguleert.

7. Voor mannen: geen ochtenderectie hebben bij het wakker worden

Mannen die geen ochtenderectie krijgen als zij wakker worden hebben vaak een te laag testosterongehalte. Met het toenemen van de leeftijd neemt het testosterongehalte geleidelijk af. Dit is een volkomen natuurlijk proces, maar veel mannen en vrouwen hebben op een relatief jonge leeftijd al een vrij laag testosterongehalte. De oorzaken hiervan zijn verkeerde voeding, een ongezonde leefstijl, medicijnen en ziektes. Vooral als je te weinig gezonde verzadigde vetten eet, loop je een verhoogd risico op een testosterontekort, want het lichaam maakt testosteron van cholesterol. Daarnaast kan te intensief sporten, een chronisch slaapgebrek en een verhoogd insulinegehalte veroorzaakt door te veel koolhydraat- en suikerrijke voeding bijdragen aan een tekort aan testosteron. Ook als je teveel oestrogeen (de belangrijkste tegenhanger van testosteron) in je lichaam hebt kun je te weinig testosteron krijgen. Bij punt 6 heb je al kunnen lezen hoe een te hoog oestrogeengehalte ontstaat, dit geldt eveneens voor mannen.

Dat er een verband is tussen een laag testosteron en geen ochtenderectie krijgen blijkt ook uit wetenschappelijk onderzoek. Bij een Amerikaanse studie werd onder meer gekeken naar het testosterongehalte bij 52 mannen met erectieproblemen en daarbij werd vastgesteld dat minimaal 15 van hen een zeer laag testosterongehalte hadden. Deze mannen hadden bij het wakker worden ook geen ochtenderectie en een verminderd libido (Segraves et al., 1983[9]).

Mannen met een laag testosterongehalte kunnen hun testosteron ‘boosten’ door meer te gaan bewegen en krachttraining te gaan doen, hiermee wordt de aanmaak van testosteron namelijk gestimuleerd. Daarnaast is het verstandig als zij overstappen op een gezond en gevarieerd voedingspatroon en stress zoveel mogelijk proberen te vermijden.

8. Hoofdpijn aan het eind van de dag

Als je aan het eind van de dag regelmatig hoofdpijn hebt dan komt dit waarschijnlijk omdat je gedurende de dag te weinig drinkt. Hierdoor raakt je lichaam uitgedroogd, met als gevolg dat je hoofdpijn krijgt (o.a. Blau et al., 2004[10]).

Drinken is belangrijk. Je lichaam bestaat voor meer dan 75 procent uit water en heeft de hele dag vocht nodig zodat je organen, weefsels en cellen altijd voldoende gehydrateerd blijven. Bij een gezonde vochtbalans kunnen afvalstoffen bovendien efficiënt worden afgevoerd, zowel via het transpireren van de huid als via de urine. Wanneer het lichaam uitgedroogd is, is het lichaam écht gestrest, een beetje te vergelijken met het gevoel wanneer je enorme dorst hebt. Hierdoor geeft het lichaam een ‘vecht of vlucht’-reactie, wat betekent dat het overlevingsmechanisme in werking treedt en er stresschemicaliën vrijkomen die hoofdpijn tot gevolg hebben.

Als richtlijn kun je stellen dat je dagelijks minimaal je lichaamsgewicht x 0,44 gedeeld door 10 aan liters water moet drinken. Bij een gewicht van bijvoorbeeld 75 kilo is de berekening dus: (75 x 0,44)/10 = 3,3 liter. Onderstaande tabel geeft je per gewichtsklasse een idee hoeveel water je minimaal per dag moet drinken:

Gewicht (kg)Water per dag (liters)
552,42
652,86
753,3
853,74
954,18

Afhankelijk van je gewicht kan je lichaam gemiddeld een glas water per uur verwerken. Als je meer drinkt plas je het direct weer uit, zonder dat je lichaam er iets mee heeft kunnen doen.

9. Restless legs (onrustige benen, je benen niet stil kunnen houden)

Wie vaak onrustige benen heeft of de benen niet stil kan houden heeft mogelijk last van een magnesiumtekort. Magnesium is een belangrijk mineraal, want elk orgaan in ons lichaam, en dan met name het hart, de spieren en de nieren, heeft magnesium nodig om gezond te blijven. De belangrijkste functie van magnesium is dat het de enzymen in het lichaam activeert, waaronder enzymen betrokken bij DNA synthese. Daarnaast ondersteunt dit mineraal de energietransport- en productie, de eiwitsynthese, het overbrengen van zenuwimpulsen, de ontspanning van spieren, hart en bloedvaten en de opbouw van botten en tanden. Ook reguleert magnesium het calcium, koper, zink, kalium en vitamine D –gehalte van het lichaam, wat onder meer zorgt voor een gezond evenwicht in het lichaam tussen spanning en ontspanning.

Ondanks dat magnesium zo essentieel is voor onze gezondheid heeft volgens de Wereldgezondheidsorganisatie (WHO) circa 20% van de bevolking in West-Europa een magnesiumtekort. Vaak gebeurt dit ongemerkt en lopen mensen rond met klachten als ooglidtrillingen, krampen, rusteloze benen, spasmen, een verhoogde schrikreactie, futloosheid, vermoeidheid, PMS, slapeloosheid, spierkrampen, hoofdpijn, angsten, nervositeit en prikkelbaarheid, die zij moeilijk kunnen herleiden naar de oorzaak. Daarnaast kan een chronisch magnesiumtekort het risico op ernstigere ziekten, zoals hart- en vaatziekten, diabetes type 2 en de ziekte van Alzheimer, verhogen (Rylander, 1996[11]; Sales et al. 2006[12]; Costello et al., 1992[13]).

De reden dat een magnesiumtekort zo vaak voorkomt in de Westerse wereld is omdat onze voeding als gevolg van bodemuitputting en kunstmatige bemesting nog maar weinig magnesium bevat. Daarnaast bevat ons voedingspatroon veel bewerkte producten, die het mineraal magnesium meestal niet bevatten. Bovendien consumeren wij veel producten die het magnesiumgehalte in ons lichaam uitputten, zoals suikerrijke voeding, frisdrank en medicijnen.

Om een magnesiumtekort te voorkomen dien je veel voeding te eten die rijk is aan magnesium, waaronder rauwe cacao, peulvruchten, pompoenpitten, zonnebloempitten, kelp, amandelen, pinda’s, cashewnoten, zwarte bonen, kikkererwten, spinazie, bananen, avocado, gedroogde vijgen, cacao, makreel, heilbot, boekweit, kruidenthee, groene bladgroenten, zeewier, koriander, dille, selderij, salie en basilicum. Mocht je een magnesiumtekort vermoeden dan kun je daarnaast ook magnesiumsupplementen nemen of een magnesiumolie gebruiken voor in bad of direct op de huid.

10. Zin hebben in noten/notenpasta

Vooral vegetariërs en veganisten kunnen soms een bijna onbedwingbare trek in noten en notenpasta hebben. De reden dat dit gebeurt is omdat ze eigenlijk een omega 3-tekort hebben.

Omega 3-vetzuren zijn essentiële meervoudige onverzadigde vetzuren die vooral in noten, zaden en vette vis voorkomen. Een tekort aan omega 3-vetzuren ontstaat meestal door een te hoge omega 6-vetzuren consumptie, waardoor de zogenaamde omega3/6-ratio uit balans raakt. Deze disbalans kan tot allerlei gezondheidsrisico’s leiden, zoals een verhoogd risico op hart- en vaatziektes, kanker, infectieziektes en auto-immuunziektes (Simopoulous, 2008[14]).

De beste manier om je omega-6/3 verhouding te verbeteren is door meer voeding te eten die rijk is aan omega-3 vetzuren en tevens veel minder voeding te eten die omega-6 vetzuren bevat, zoals plantaardige oliën (met uitzondering van kokosolie).

11. Overmatige trek in zout

Mensen die veel stress hebben produceren doorlopend teveel cortisol, dat om die reden ook wel het ‘stresshormoon’ wordt genoemd. Een te hoge cortisolproductie leidt tot allerlei klachten, waaronder veel trek in zout. Een verhoogde behoefte aan zout is dus een duidelijk signaal dat er iets niet goed gaat in je lichaam, vooral in combinatie met veel stress. Je kunt dit signaal maar beter niet negeren, want chronische stress kan leiden tot bijnieruitputting, een aandoening die in punt 3 al aan de orde is geweest.

Achterhaal daarom bij jezelf waarom je vaak stress hebt en probeer vervolgens je stressbronnen aan te pakken.

12. Trek in zoet

Wie veel suiker- en koolhydraatrijke voeding eet komt in een vicieuze cirkel terecht van steeds meer suiker en koolhydraten eten, dat heb je al bij punt 1 kunnen lezen. Een enorme trek in suiker kan echter ook nog een andere oorzaak hebben, het is namelijk ook een symptoom van candida overgroei.

Candida albicans is een gist dat van nature voorkomt in ons spijsverteringsstelsel. Normaal gesproken leeft dit gist in harmonie samen met onze ‘goede bacteriën’. Echter, als onze darmflora als gevolg van bijvoorbeeld een verzwakt immuunsysteem, gebruik van antibiotica of een ongezond voedingspatroon in disbalans raakt, komen de ‘goede’ bacteriën in de minderheid ten opzichte van de ‘slechte bacteriën’ en kan het candida gist uitgroeien tot een schimmel (o.a. Samaranayake et al., 1982[15]). Deze schimmels hebben suiker- en koolhydraatrijke voeding nodig om te overleven, daarom kan je als je last hebt van candida overgroei enorm veel trek krijgen in zoet.

De beste manier om van candida af te komen is door je voedingspatroon aan te passen, want medicatie die de dokter voorschrijft werkt meestal maar tijdelijk. Dit omdat het alleen de symptomen bestrijdt en niet de oorzaak wegneemt. Voeding die je dient te vermijden als je candida hebt, zijn onder meer suiker- en koolhydraatrijke voeding (waaronder brood, pasta, koek en snoep), bewerkte voeding, schimmel- en gisthoudende voedingsmiddelen en alcohol. In plaats daarvan dien je veel verse groenten te eten, net als voldoende gezonde eiwitten en vetten. Ook kan het zinvol zijn om probiotica te nemen, omdat je hiermee de ‘goede bacteriën’ in je darmen ondersteunt. In Glorious Gut van Superfoodies zitten alle goede stoffen die helpen om jouw darmen te helen en optimaal te laten functioneren. Ook zit er pre- en probiotica in voor een optimale darmflora.

Heb jij last van candida en/of vaak trek in zoet? Volg dan ons Darmen Helen programma, een 28-daags traject voor optimale darmgezondheid.

13. Vaak verkouden

Als je vaak verkouden bent of griep hebt kan het heel goed zijn dat je een vitamine D-tekort hebt. Aan de hand van talloze wetenschappelijke onderzoeken is namelijk aangetoond dat vitamine D het immuunsysteem versterkt. Andere onderzoeken laten zelfs zien dat je bij een gezond vitamine D-niveau minder risico loopt om allerlei ernstige ziekten en aandoeningen te krijgen, zoals kanker, hart- en vaatziekten, diabetes en overgewicht (o.a. Garland et al., 2006[16])

We kunnen dus niet zonder vitamine D, maar desondanks heeft 45% van de Nederlandse mannen en 56% van de Nederlandse vrouwen een vitamine D-tekort, meestal zonder daar zelf bewust van te zijn. Een van de belangrijkste oorzaken is te weinig blootstelling aan zonlicht, want via zonlicht maakt ons lichaam in de huid vitamine D aan. Als je niet in staat bent om regelmatig in de zon te zitten kun je het beste een vitamine D-supplement slikken, want daarmee voorkom je niet alleen verkoudheden, het geeft ook energie, bevordert een gezonde nachtrust en gaat spier- en gewrichtspijn tegen.

14. De hele dag honger

Als je doorlopend honger hebt (zelfs als je voldoende hebt gegeten) geeft je lichaam een signaal af dat er iets niet in balans is. De meest voorkomende oorzaken van honger zijn:

  • Je hebt dorst.
    Bij punt 8 kun je lezen hoeveel water je per dag dient te drinken

  • Je hebt een tekort aan een of meerdere voedingsstoffen.
    Je lichaam heeft elke dag een hele hoop vitamines, mineralen, sporenelementen, gezonde vetten en aminozuren nodig om energie uit te halen en goed te kunnen functioneren. Als je van een of meerdere voedingsstoffen een tekort hebt, is dat belastend voor je lichaam, en van de energie die dat vergt krijg je honger. Het gevolg is dat je gaat ‘snaaien’, maar de voeding die je dan vaak eet bevat ook niet de voedingsstoffen waar je lichaam een tekort aan heeft. Dan kom je in een soort vicieuze cirkel terecht. Honger is een van de aanwijzingen dat je een vitamine- of mineralentekort hebt, maar daarnaast kun je ook last hebben van andere symptomen. Koude handen, zachte of broze nagels, spierzwakte en/of langzame kniereflexen duiden bijvoorbeeld vaak op een magnesiumtekort en witte plekjes of gleufjes in nagels, cellulite en trage wondheling zijn vaak een symptoom van een zinktekort.

  • Je hebt niet voldoende of op de verkeerde manier ontbeten.
    Het ontbijt is de belangrijkste maaltijd van de dag. Als je het ontbijt overslaat, te weinig ontbijt of alleen koolhydraten eet, kun je dat de rest van de dag voelen. Je krijgt snoepbuien, je voelt je futloos of krijgt laat op de avond nog honger. Als je ’s avonds laat honger hebt en daaraan toegeeft, geef je je lichaam heel veel energie terwijl je lijf er niets mee kan, omdat het zich aan het voorbereiden is op de nacht.

15. Opgeblazen buik

Een opgeblazen buik of opgeblazen gevoel kan verschillende oorzaken hebben. Vaak wordt het veroorzaakt door overgevoeligheden voor bepaalde voedingsmiddelen, maar ook candida (zie punt 12) kan aan de grondslag van het probleem liggen.

Wanneer je regelmatig last hebt van een opgeblazen buik, begin dan met aanpassingen in je voeding en leefstijl en kijk wat dit oplevert. Stop bijvoorbeeld met het eten van zuivel en granen en eet in plaats daarvan zoveel mogelijk pure voedingsmiddelen die niet bewerkt zijn in een fabriek. Wellicht zijn je klachten alleen daarmee al minder of zelfs verdwenen. Ga ook meer bewegen en probeer stress te vermijden.

Kun je daar wat hulp bij gebruiken? Volg dan ons Darmen Helen programma, een 28-daags traject voor een optimale darmgezondheid (en dus meer energie voor de rest van je leven!). Bij een opgeblazen buik raden we ook ons supplement Glorious Gut aan, met exact de juiste hoeveelheden van alles wat je nodig hebt voor gezonde darmen.

Hulp nodig?


Heb je genoeg van bepaalde klachten en kun je wat hulp gebruiken? Dan is het Darmen Helen programma een investering waar je de rest van je leven profijt van zult hebben. Want gezonde darmen zijn de basis voor een goede gezondheid. In dit 28-daagse traject krijg je alle tools en informatie die je nodig hebt voor gezonde darmen. Dit zal gegarandeerd een groot verschil gaan maken in je gevoel van welzijn, je energielevels en gezondheid. Ook op de lange termijn!

Referenties

[1] Pyörälä, Marja, et al. “Insulin Resistance Syndrome Predicts the Risk of Coronary Heart Disease and Stroke in Healthy Middle-Aged Men The 22-Year Follow-Up Results of the Helsinki Policemen Study.” Arteriosclerosis, thrombosis, and vascular biology 20.2 (2000): 538-544.
[2] McKeown, Nicola M., et al. “Carbohydrate nutrition, insulin resistance, and the prevalence of the metabolic syndrome in the Framingham Offspring Cohort.” Diabetes care 27.2 (2004): 538-546.
[3] Ascherio, Alberto, et al. “Trans fatty acids and coronary heart disease.” New England Journal of Medicine 340 (1999): 1994-1998.
[4] Juliano, Laura M., and Roland R. Griffiths. “A critical review of caffeine withdrawal: empirical validation of symptoms and signs, incidence, severity, and associated features.” Psychopharmacology 176.1 (2004): 1-29.
[5] Wilson, James L. Adrenal fatigue: The 21st century stress syndrome. Petaluma, CA: Smart Publications, 2001.
[6] Gupta, R. B., et al. “Allelic variation in glutenin subunit and gliadin loci, Glu-1, Glu-3 and Gli-1, of common wheats. I. Its addictive and interaction effects on dough properties.” Journal of Cereal Science (1994) 19: 9-17.
[7] Yonkers, Kimberly Ann, PM Shaughn O’Brien, and Elias Eriksson. “Premenstrual syndrome.” The Lancet 371.9619 (2008): 1200-1210.
[8] M. Lam: Estrogen Dominance: Hormonal Imbalance of the 21st Century, Adrenal Institute Press (2012)
[9] Segraves, R. Taylor, Harry W. Schoenberg, and J. Ivanoff. “Serum testosterone and prolactin levels in erectile dysfunction.” Journal of sex & marital therapy 9.1 (1983): 19-26.
[10] Blau, Joseph Norman, Christian Alexander Kell, and Julia Maria Sperling. “Water‐deprivation headache: A new headache with two variants.” Headache: The Journal of Head and Face Pain 44.1 (2004): 79-83.
[11] Rylander, Ragnar. “Environmental magnesium deficiency as a cardiovascular risk factor.” Journal of cardiovascular risk 3.1 (1996): 4-10.
[12] Sales, Cristiane Hermes, and Lucia de Fatima Campos Pedrosa. “Magnesium and diabetes mellitus: their relation.” Clinical Nutrition 25.4 (2006): 554-562.
[13] Costello, R. B., and P. B. Moser-Veillon. “A review of magnesium intake in the elderly. A cause for concern?.” Magnesium research: official organ of the International Society for the Development of Research on Magnesium 5.1 (1992): 61-67.
[14] Simopoulos, Artemis P. “The importance of the omega-6/omega-3 fatty acid ratio in cardiovascular disease and other chronic diseases.” Experimental Biology and Medicine 233.6 (2008): 674-688.
[15] Samaranayake, L. P., and T. W. MacFarlane. “The effect of dietary carbohydrates on the in-vitro adhesion of Candida albicans to epithelial cells.” Journal of Medical Microbiology 15.4 (1982): 511-517.
[16] Garland, Cedric F., et al: “The role of vitamin D in cancer prevention.” American Journal of Public Health 96.2 (2006): 252.